|
School voor Reserve Officieren Artillerie, lichting 89-4.
|
|
Lichting 89-4. De nieuwbakken kannoniers:
- Op het stuk (vlnr): v.Lochem, Garcia, Bink
- Voor het stuk (vlnr): v.Seeters, Bosma, v.Buul, Nijholt, Jongeneel
- Gehurkt (vlnr): de Hoog, Snellers, Barella, Kompagnie
|
|
SROA
De opleiding aan de School voor Reserve Officieren der Artillerie (kortweg: SROA) begint
met direct vanaf de eerste dag een bivak van 2 weken. En daar werd de basis gelegd voor
het militaire leven. Het 'handboek van de soldaat' werd van voor naar achter bestudeerd
en ook beoefend.
|
|
Ontgroening
Natuurlijk hoort bij zo'n speciale groep mensen, waarvan de meerderheid net van HBO of
universiteit was gekomen, een bijzondere ontgroening. Hiernaast zie je de bijzondere effecten
van eerst donker camoufleren (pasta en pindakaas) met vervolgens winterse camouflage (bloem).
|
|
Bivak
De opleiding van 6 maanden werd afgesloten met een meerdaags bivak. Op het einde een veldtocht
door heel wat sloten/waterleidingen. Met als eindpunt een heerlijke borrel: Barbara bitter!
(Dit is een heel speciaal voor de artillerie gedestilleerde jenever.)
...en natuurlijk werd het voortgezet in de bar met als finale het zingen van het artillerielied!
|
|
Het Artillerielied
Wat dreunt daar op die heide?
Wat blinkt daar in 't verschiet?
Wat dondert tussenbeide,
Dat men door stof niet ziet?
Hoe flikkeren die zwaarden,
Wat forse melodie.
Hoe rennen daar die paarden,
't Is Veldartillerie.
Hoe rennen daar die paarden,
't Is Veldartillerie.
De kruitdamp is hun leven
't Kanon is hun banier.
De hoop daarvoor te sneven
Bezielt elk kanonnier!
Zij haken naar den strijde
Voor Vaderland en Vorst,
Voor Land en Koning beide
Klopt steeds hun mannenborst.
Voor Land en Koning beide
Klopt steeds hun mannenborst.
Van 't paard bij 't stuk gevlogen,
Dra dondert reeds het schot.
Weer vlug vooruit getogen,
vernield hij 's vijands rot.
Rent d'overmacht hem tegen,
Manmoedig staat hij pal,
Koopt door zijn dood de zegen
En juicht nog in zijn val.
Koopt door zijn dood de zegen
En juicht nog in zijn val.
Maar ook in tijd van vrede
Blinkt steeds de kanonnier.
En meisjes schoon van leden
Zijn op zijn liefde fier.
Waar moed zit, heerst ook trouwe
Met kracht nooit uitgeblust.
Daarom de schoonste vrouwen
Heeft hij naar hartelust.
Hoera dus voor ons wapen
Lang leev' de kannonier!
Lang leev' die forse knapen,
Des legers schoonste sier.
Hun leus zij: steeds te strijden,
Werwaarts ook d'eer hen zendt,
Voor Land en Koning beide,
Tot roem van 't Regiment.
Voor Land en Koning beide,
Tot roem van 't Regiment.
|
|
|
|
|